Een modieus dagje in het gekkenhuis dat fashionweek heet


 Leestijd: 4 minuten

Wie ook maar iets betekent in de modewereld was deze week in de stad waar het woord ‘moda’ zo’n beetje alles en iedereen aan elkaar verbindt, Milaan. Op 17 september startte de ‘Donna primavera/estate 2020’, oftewel de modeweek voor dames, waarin vooraanstaande Italiaanse modehuizen hun nieuwste voorjaars- en zomercollectie tonen.

Met een omzet van ruim 24 miljard euro per jaar is het fashionlabel ‘made in Italy’ big business en groter dan ooit.  Beroemd om haar verfijnde kwaliteit en onmiskenbare ontwerpen, is succes verzekerd. Niet voor niets worden Italiaanse creaties overal ter wereld ijverig geimmiteerd.
Anders dan in Nederland, waar kleding met name dient om niet naakt rond te lopen, is mode hier een gen waar iedere Italiaan mee wordt geboren. Weinig mensen dragen hier kledingstukken die meer dan een paar seizoenen oud zijn en de nieuwste trends worden door iedere Italiaan op de voet gevolgd, rijk of arm, iedereen doet mee.
Levende paspoppen tijdens de exclusieve presentatie van Sergio Rossi'20
Zelf ben ik dus maar een nuchtere Nederlander en laat mij nauwlijks beinvloeden door dat wat de laatste mode zou zijn. Toch merk ik dat ik in de afgelopen twintig jaar, ongewild, een klein tikje van de Italiaanse fashionista’s, heb mee gekregen.
Bergijp mij niet verkeerd. Geen haar op mijn hoofd die zou overwegen om meer dan honderd euro uit te geven aan een jeans, hoe hip die ook is, maar wanneer ik mijn kledingkast induik vind ik er veel meer items dan in Amsterdam ooit het geval was.
De jeans bijvoorbeeld, stapels heb ik ervan. Of mijn collectie zonnebrillen, achtien in alle mogelijke kleuren (hij kan maar bij je outfit passen) en op de grond wacht een lange, dubbele rij van, meestal sport-, schoenen geduldig om soms, pas na twee jaar, weer eens uitgelaten te worden.
Weg gooien? No way, ons ben zunnig! Nederlands ben en blijf ik natuurlijk! Want, je weet maar nooit… Zoals afgelopen vrijdag, toen het na lange tijd weer eens de beurt was aan die zwarte sneackers met knalgele zool van het luxe merk Zegna, waarvan ik voordat ik naar Italie verhuisde overigens nog nooit had gehoord.
Eén van mijn beste vriendinnen in Milaan, Filippa, (ex-)model en televisie presentatrice, nam mij een dag mee op sleeptouw, dus stapte ik om zes uur ‘s ochtends in de auto. Vier modeshows en een showroom event lagen in het vooruitzicht. De eerste om 10:30 in een waanzinnig, koninklijk paleis diep in de Milaneesche binnenstad.
Vanuit de Parmezaanse heuvels dus vroeg vertrekken, richting het dichtsbijzijnde station om daar de trein te pakken. In iets meer dan een uur rolde ik comfortabel over de lange rails naar de modestad. Met de auto hoef je tijdens ‘fashionweek’ de stad niet proberen in te rijden, dat is onbegonnen werk. Het verkeer staat zes dagen lang he-le-maal vast. Hotels zijn onbetaalbaar en reserveren in een restaurant onnodig, er is geen plek. Een zwerm van duizenden buitenlandse mode journalisten, modellen, hair- en makup stylisten, strijkt voor zes dagen neer in het centrum van de stad en blokkeert het dagelijkse leven totaal.
Bij aankomst op 'Stazione Centrale' sta je direkt oog in oog met fashion
Terwijl het Italiaanse landschap in de lage ochtendzon aan mij voorbij schiet, vraag ik mij af waar die traditie eigenlijk vandaan komt. De fashionweek, dat moét toch Italiaans of Frans zijn. Van oorsprong toonaangevende landen wanneer het om mode gaat.
Niets is minder waar lees ik op internet. De eerste fashionweek is uit nood geboren in New York. In 1944, de Tweede Wereldoorlog was nog in volle gang. Amerikaanse modejournalisten kregen geen toestemming om naar Europa af te reizen. Zo werden de Italiaanse en Franse ontwerpers uitgenodigd om in de USA hun nieuwste creaties te tonen. Pas in 1958 vond de eerste Europeesche modeweek plaats, in het toenmalige modeparadijs Florence.
Tijden veranderen. Rome nam het stokje ooit over van de Toscaanse hoofdstad. In de eeuwige stad huist nu nog steeds de week van de ‘Alta Moda’, vergelijkbaar aan de haute couture in Parijs, maar toen Italie in de jaren ’80 faam maakte met haar pret-a-porter collecties, denk aan Versace en Dolce&Gabanna, verhuisde de modeweek voorgoed naar de stad waar zij werden ontworpen en geproduceerd, Milaan.
Via della Spiga
Ruim op tijd spring ik op het centraal station uit de trein en pak de metro. Ongeveer tien minuten later sta ik op de hoek van Via Montenapoleone. Links en rechts bezaaid met winkels van oa Versace, Gucci, Prada, Dior en Etro, met recht de sjiekste winkelstraat van Europa. Middels het nog mooiere Via della Spiga loop ik naar Corso Venezia.
Filippa, haar naam klinkt niet Italiaans en dat klopt, zij is Zweeds, appt mij dat ze over ongeveer een kwartier aankomt bij ‘Blumarine’, onze eerste ‘sfilata’ die dag.
Om 09:00 's ochtends kunje je haar op straat laten stylen door professionals van GHD
Wellicht herinner je je de reality serie ‘De Italiaanse Droom’, waarin vier Nederlandse koppels samen een Italiaans huis moesten verbouwen? Daar was ik één van de producers. Dat zelfde format heb ik daarna voor drie andere Europeesche landen in Italie geproduceerd. Filippa was de presentatrice van de Zweedse versie. Zo hebben we elkaar leren kennen. Inmiddels presenteert zij oa voor de Italiaanse, nationale zender de RAI en was onlangs nog te zien in de Europeesche campagne van H&M.
Net voordat het nieuwe tv seizoen weer begint is haar ‘presenza’, zowel voor haar persoonlijk als voor een aantal ontwerpers, een mooie gelegenheid voor promotie te genereren. Zie het als een business agreement. Beetje kort door de bocht, maar zoiets als: ‘Jij komt naar mijn modeshow, ik kleed jou het komende seizoen”. 
Wanneer ik bij Blumarine aankom is het al een gekkenhuis voor de poort. Vooral bloggers proberen op straat de show te stelen met gewaagde creaties. Fotografen happen maar wat graag en zo komt iedereen aan zijn of haar trekken. De rest van de genodigden, als grote sterren en belangrijke journalisten, laten zich pas op het laatste moment voorrijden. Dat scheelt een hoop stress en wachten.
Overigens zijn er de laatste tijd ‘issues’ met het fenomeen ‘fashion bloggers’. Journalisten van toonaangevende bladen als Vogue, klagen over de manier waarop deze nieuwe generatie genodigden, zonder enige kennis en respect shows bijwonen.
Tijdens de zes minuten waarin gemiddeld zo’n dertig creaties van de nieuwe collectie worden getoond,(Zo kort? Ja zo kort! Ik was ook verbaasd hoe zo’n enorm geld verslindend circus binnen no time weer is afgelopen) zijn de vaak jonge influencers meer bezig met selfies en taggen dan met de mode op de catwalk.
Op zoek naar stardom en zelfverrijking zwermen ze door de stad en de eerste rijen langs de catwalks. Fashionweek als ‘backdrop’ voor hun eigen goedje. Zelf zijn ze het onderwerp van hun stories en foto’s, niet de mode.
Het journalisten establishment dat al decennia lang stevig in het vaandel zit zal zich toch moet overgeven, vrees ik. De verkoopcijfers liegen er volgens marketingbureaus namelijk niet om. Bloggers hebben een belangrijke plek op de internationale pubbliciteits markt veroverd, terecht of onterecht…
Een ware fashionistà
Dankzij een geolocation app vind ik Filippa twee zijstraatjes verderop geparkeerd. Ik tref haar in een onmogelijke positie in haar auto. Ze kleedt zich om! Haar eerste event die ochtend was bij TODDs, de kleding van dat merk kan ze natuurlijk niet bij Blumarine dragen. VIP’s die een plekje eerste rang hebben, ontvangen vaak een week eerder, tijdens een ‘fitting’, een complete set van de nieuwste collectie. Filippa heist zich behendig in een groene jurk van Blumarine.
Tussen het einde van de ene show en het begin van de volgende zit soms maar een half uurtje waarin Milaan moet worden doorkruist en de outfit gewisseld moet worden…Dus, heel sjiek, een snelle kledingwissel in de auto en hopen dat je niet gesnapt wordt door de paparazzi’s. Maar goed daar ben ik nu dus voor, afleiden of wegsturen. In het zwart met een colbertje lijk ik zowaar een private bodyguard…Behendig heist Filippa zich in een groene jurk van Blumarine. Tas wissel, zonnebril wissel en gaan met die banaan.
In Corso Venezia, één van de verkeers slagaders van de binnenstad, staat het verkeer helemaal vast. Tyisch Italiaanse taferelen zoals getoeter, geschreeuw maar ook een batterij aan fotojournalisten die Filippa snel in het verzier hebben. Flits, flits, click, click…. ‘Filippa, qui, qui, girati!’
We zijn onze uitnodigingen vergeten, maar dat is uiteraard geen probleem, we mogen zo doorlopen…
Binnen is het net zo hectisch als buiten, wellicht nog erger. Wanneer de stewards vragen om te gaan zitten volgen alleen Filippa en ik het verzoek. We kijken elkaar aan en zijn het erover eens dat het onze gehoorzame, ‘Noordelijke’ genen zijn.
Wat volgt is een dag vol met, wat mij betreft, nog immer tè magere en vaak jonge modellen. Ik vraag mij af in hoe verre fashion is wat je aan hebt. Is het succes van een creatie afhankelijk van wie het draagt? Persoonlijkheid, en daarmee bedoel ik karakter, niet een beroemdheid. 


Een kledingstuk komt tot leven wanneer het wordt gedragen door een sterke individu. Het doet mij denken aan de uitspraak: ‘Zelfs in een vuilniszak zie jij er geweldig uit’ en daar is denk ik alles wel mee gezegd. Niet iedereen kan alles dragen ook al is het mode. En niet alles wat mode is hoef je mooi te vinden of te dragen. Uiteindelijk bepaalt iedereen zijn eigen mode en draagt iedereen zijn eigen persoonlijkheid uit zoals zij dat prefereert.
zonder persoonlijkheid geen fashion
Rond een uur of vijf ‘s middags laat ik alle gekte achter mij. In de trein check ik mijn foto’s, mijn instagram en begin met het schrijven van deze blog. Wat later krijg ik een appje van Filippa met onderstaande foto.
‘We waren bij de verkeerde show’ schrijft Filippa met een emoij-smile
Wat mij betreft interpreteert Jennifer Lopez exact wat ik hierboven heb geschreven. Op éénenvijftig jarige leeftijd flanneert zij in een outfit van 20 jaar geleden en steelt de show, hoe modieus kan je zijn? 
I rest my case.




Reacties