Hoe een sprookje in de Marken een ambacht van wereldformaat voortbracht

Er was eens een prinsesje met heel mooi, lang, donkerblond haar. De enige dochter van de koning die haar geen moment uit het oog verloor. Zij was zijn oogappel. Het ontbrak haar aan niets. Of eigenlijk, het belangrijkste in haar leven was haar ontnomen. 
De koningin, haar moeder, was tijdens haar geboorte overleden. Je kan je voorstellen dat sindsdien het beste van het beste, volgens de koning, niet goed genoeg was voor zijn prinsesje.


De glooiende heuvels in de Marken waren haar speeltuin. In het voorjaar, wanneer het hoge, groene gras, de toekomstige koningin al wuivend in de wind aanmoedigde de weide af te huppelen, hield de koning vanuit zijn kasteel een oogje in het zeil. Ook in het najaar, wanneer de prinses toekeek hoe het goudgele koren door de boeren van de akkers werd gerooid, hield haar vader haar als een trouwe waakhond in zijn vizier.

Zo was hij op haar 18de verjaardag getuige van de ontmoeting met een boeren zoon, die zijn zware werk stiekem even ter zijde had gelegd om de prinses op gepaste wijze te feliciteren. Hij was knap en keek haar, met zijn helder blauwe ogen die onder zijn zwarte lokken glinsterden in de lage avondzon, vriendelijk aan. Met één knie op het vers gesneden hooi en een elleboog op zijn andere knie maakte hij een gepaste buiging voor haar.

Gecharmeerd en wat in verlegenheid gebracht, liet zij zich graag bewonderen, want ook zij had hem die zomer al opgemerkt toen zij over de heuvels van haar vader drentelde. Naast zijn mooie verschijning had hij een krachtig lichaam, stevige armen met mooie grote handen en ondanks het werk, dat uiterst vermoeiend moest zijn, was hij immer goed gekleed en verzorgd.


Je zou verwachten dat de trotse koning niet direkt opgetogen was van deze kennismaking, daar een landarbeider geen partij kon zijn voor een koningsdochter, maar niets was minder waar. De koning was intelligent en had zijn hart op de juiste plaats. Daarbij was het in zijn eigen belang dat zijn dochter in de toekomst niet met een verre prins zou trouwen. De prinses leek als twee druppels water op haar overleden moeder. Die gelijkenis maakte dat de koning de pijn van zijn ondraaglijke verlies kon vergeten.

Het deed hem deugd zijn mooie, jonge dochter gelukkig te zien binnen de grenzen van zijn eigen koninkrijk. Het zou haar ervan weerhouden een koningsgezin te stichten in een kasteel ver over de heuvels, ver van haar geboortegrond.

Er ging een week voorbij waarin de knappe, jonge landarbeider zijn gedachten niet van de prachtige prinses kon afhouden. Zijn vader, èèn van de oudste boeren op het landgoed van de kasteelheer, gebood hem nors zich geen problemen op de hals te halen door van het onbereikbare te dromen.
Want immers, wat kon zijn zoon een koningsdochter bieden?



Maar zoals wel vaker, wanneer de liefde een hart in haar greep heeft, kon de jonge landarbeider niet anders dan zijn gevoelens volgen. Zonder de middelen om een mooi kado voor 'zijn prinses' te kopen moest hij het van zijn creativiteit en vakmanschap hebben. De schuur van zijn vader lag vol met het typische, sterke graan dat in die tijd door de Markezanen werd verbouwd. De uiterst lange, afgedankte stelen van het goud gekleurde gewas, waren perfekt voor een gift die de jongen met zijn eigen handen in elkaar vlocht.

Hij zou zijn princes kronen met een hoedje van stro dat haar roomkleurige huid de volgende zomer tegen de felle zonnestralen moest beschermen. Woest was zijn vader, en verdrietig zijn moeder, toen hij zijn handgemaakte kado trots op de keukentafel legde. Zijn vader kon niet geloven dat zijn eigen zoon zo'n infantile aktie had ondernomen, terwijl zijn moeder huilde, omdat de afkomst van haar zoon hem zou beletten de ware liefde in het leven te kennen.


Maar de boerenzoon liet zich niet van zijn liefdespad afleiden en de eerstvolgende keer dat hij de beeldschone prinses van de kasteelheuvel af zag komen rende hij naar zijn kamertje waar hij de strohoed onder zijn bed had bewaard.
Snel keek hij nog even in de gebroken spiegel die boven zijn wastafeltje hing. Haalde zijn handen door zijn woelige haar en gaf zichzelf een knipoog. Buiten ging hij trefzeker op zijn doel af en wist de aandacht van de prinses te trekken die op het landpaadje voor hem stopte. Wederom knielde hij elegant en respectvol op zijn rechterknie. Met zijn sterke arm reikte hij haar de gouden strohoed aan.
De prinses was blij verrast: 'Is deze voor mij?'
De jongen keek op en knikte van wel.

Zij dankte hem met een kus op het voorhoofd. Er verscheen een brede glimlach op het gezicht van de koning die vanuit de torenkamer zag wat er gebeurde. Het begin van een sprookje was gemaakt.
Maanden gingen voorbij waarin de twee verliefde jongelingen elkaar beter leerden kennen, totdat de koning in het voorjaar persoonlijk instemde met een officieele verkering. 


Uiteraard was het nieuws over het bijzondere liefdeskoppel als een lopend vuurtje door het koninkrijk gegaan. De boeren bevolking begreep snel dat een leven aan het hof helemaal niet zo ver buiten bereik lag dan zij tot dan toe dachten.
Uit man en macht probeerden alle jonge mannen het mooiste hoedje voor de prinses te weven. De lange stelen van het gouden graan waren niet aan te slepen. De ene hoed was nog mooier dan de ander, maar geen een haalde het bij die alleereerste.


De liefde tussen de boerenzoon en de prinses stond inmiddels onuitwisbaar in de geschiedenisboeken geschreven. Er was geen enkele strohoed die roet in het eten kon gooien.
Een jaar later trouwde het koppel tijdens een bruidsfeest dat een maand duurde.

Een sprookje?
Een legende?
Waar of niet waar?

De inwoners van het Italiaanse Montappone kennen het verhaal allemaal, maar het zal ze een worst wezen of het werkelijk is gebeurd. Het dorpje dat ver in de heuvels van de binnenlanden in de Marken ligt verscholen, heeft er een belangrijke inkomstenbron aan over gehouden. 
Met amper 1500 inwoners vormt zij niet meer dan een speldenknop op de Italiaanse landkaart, maar desalnietemin heeft zij met de lokale strohoeden produktie meer dan 80% van de wereldproduktie in handen!


De bekende Panama hoed is er een mooi voorbeeld van, maar ook de gondeliers hoed in Venetie die daar erg op lijkt wordt er in grote getalen gemaakt. Maar hierover later meer.

Nog even over de herkomst van dit ambacht, want voor wie niet zo romantisch is ingesteld als ik, en dus niet gelooft in legende's over koningen en prinsessen, bestaat er een historisch onderbouwde verklaring voor het ontstaan van deze traditie.

In 1300 werden de stelen van het bijzondere 'jervicella' graan dat alleen in de provincie van de stad Fermo werd verbouwd, ook gebruikt om stevige, rauwe kledingstukken van te maken die de landbouwers beschermden tijdens het zware werk. Deze gingen veel langer mee dan de voorgaande kledingstukken van stof gemaakt.


Het graan was uiterst sterk en veerkrachtig, maar om de stelen buigzaam te maken werd zij eerst in water geweekt waarna verwerkt in een eindprodukt. Al dit alles gebeurde onder de stekende, felle augustus zon met als gevolg dat het idee ontstond om het goudkleurige graan ook te gebruiken als grondstof voor het weven van hoedjes. En hiermee is nogniet alles gezegd overhet ontstaan van deze traditie.

Er bestaat namelijk een derde verklaring. De meest populaire van allen, die mij door de eigenaresse van een strohoedjesproduktiebedrijfje werd ingefluisterd:
'Wij Markezanen zijn zo'n zeikers, zo zuinig, dat niks wordt weg gegooid, dus ook de steel van het graan niet... Het verbouwen van het 'jervicella' graan was uiterst bewerkzaam, maar leverde in feite weinig op, want per halm produceert die plant erg weinig graankorrels. Dus om het rendement van èèn zo'n plant interessanter te maken werd gezocht naar een produkt dat gemaakt kon worden van de steel. Zo ontstond de strohoed'

Ons ben zunig, klinkt mij als Nederlander bekend in de oren, dus met deze uiterst onromantische benadering kan ik wel wat.

Voor een zoveelste Nederlandse televisie serie was ik op zoek naar een origineel ambacht en het was tijdens mijn speurtocht in de Marken dat ik deze traditie op het spoor kwam. Ondanks haar 'onhandige' ligging leek het mij geen verloren tijd om een uurtje om te rijden naar het kleine heuveldorp Montappone, wat ik niet kende.

Het bleek inderdaad een bijhoorlijke trip langs de allermooiste vergezichten. Daar wil ik overigens wel even iets over kwijt. Wat de regio de Marken namelijk voor heeft op Toscane is niet alleen het feit dat zij nog bewoond wordt door Italianen (in Toscane moet je 'goodmorning' zeggen tegen je buurman anders verstaat hij je niet). Of het feit dat het betaalbaar is. Of het feit dat werkelijk ieder dorpje mooi gerestaureerd is.


Maar haar landschap dat zich langs de Adriatische kust glooiend uitstrekt van Rimini tot Pescara en jou in staat stelt om waar je maar bent de zee te zien. In tegenstelling tot Toscane zijn de heuvels in de Marken dicht bij de kust laag, terwijl zij naarmate je landinwaards gaat, alsmaar hoger worden. Met het gevolg dat je op het terras van een kleine trattoria, zo'n dertig kilometer van de kust van een overheerlijke pasta tagliatella kan genieten, terwijl je nog zeezicht hebt (bij helder weer uiteraard).

(in de achtergrond zie je duidelijk de blauwe Adriatische zee)

Het doel van mijn rit was informatie op te duikelen en alvast wat van de omgeving te zien. Het was immers een bloedhete zaterdagochtend in augustus, dus ik verwachtte niet direkt een hoedjesvlechter te vinden. Wat nou zo leuk is aan mijn werk zijn de onverwachtte ontmoetingen, want terwijl heel Italie aan het strand lag ontdekte ik toch een bedrijfshalletje waar een familie die hard aan het zwoegen was om de bestellingen van hoedjes uit het buitenland op tijd af te krijgen.

Op het pleintje van Montappone had ik namelijk een aantal oude mannetjes op een bankje aangsproken die mij hadden verteld dat het museum, gewijd aan de strohoeden traditie, die ochtend gesloten was. Een tegenvaller voor mij, want juist daar hoopte ik interessante adresjes te scoren van ambachtslieden die nog op de traditionele manier hoedjes weefden. Ondanks die tegenvaller, want wie bedenkt nou dat een museum gesloten is op zaterdag, had ik binnen enkele minuten snel aanwijzingen gevonden voor een fabriekje dat open bleek te zijn.

Overigens, het museum was gewoonlijk open op zaterdag, maar de verantwoordelijke was die ochtend naar het strand. Heerlijk alleen in Italie!


Vijf minuutjes later liep ik dus een hal binnen waar ik oog in oog stond met ik denk wel tweehonderd verschillende soorten hoedjes, naaimaschines, snijtafels, persen, draadspoelen, lintendozen, rollen stof en garen. 
Op zo'n moment stap je een wereld binnen die de jouwe niet is, maar waar je je gelijk op je gemak voelt. Een klein, ambachtelijk universum waar alles en iedereen in dienst staat van het eindprodukt dat klaarblijkelijk haar succes heeft bewezen.


Ondanks het feit dat ik helemaal geen afspraak had werd ik vriendelijk onthaald alsof ik de verloren zoon zelf was. Moeder Anna (82), dochter Paola, dochter Ilaria en schoonzoon Paolo waren uiterst hartelijk en vrolijk 'gemutst'. 
Wanneer ik bij zulke aardige Italianen binnen kom, gooi ik al mijn professionele taktieken over boord en ga ik intuitief te werk. Italie is bij uitstek een land waar ik mij tijdens mijn werk als producer, vaak zò op mijn gemak voel dat ik alle gedragscode's doorbreek. Ik spreek iedereen persoonlijk aan met 'je en jij'. Zonder omweg stel ik mijn vragen of maak ik de opmerkingen die op dàt moment door mijn hoofd gaan. Ik vermoed dat ik daarmee binnen luttele seconden, ongewild, simpatie creeer. Die buitenlander met dat rare accentje kan dan een potje bij ze breken. Wellicht is dit ook een taktiek die er met de jaren in is geslopen.


Daarbij zijn Italianen zelf uiterst hartelijk en vinden het geweldig wanneer een buitenstaander daadwerkelijk oog en oor heeft voor dàt wat hun passie is. Televisie geniet hier overigens, in tegenstelling tot in Nederland, nog steeds een beetje over dat laagje magie.

Desalnietemin leg ik mijn buitenlandse collega's die ik op hun speurtocht naaar mooie items begeleid, vaak uit dat een Italiaan gegarandeerd alles geeft wat je nodig hebt voor een programma, maar dan moet je laten mèrken dat je geinteresseerd bent en tijd investeren. Laat een Italiaan uitpraten en heb oor voor alles wat hij wilt vertellen. Ook de verhalen die er niet toe doen moet je even aanhoren en tot je nemen. Niet afkappen om de volgende vraag te stellen. Nee, laat gaan die Italiaan! Dan schep je vertrouwen. Een Italiaan, die van nature op zijn hoede is, voelt haarfijn aan of je een loopje met hem neemt, ook al verstaat hij jouw taal niet.


Kortom, word deel van zijn wereld. Treed binnen en laat je ondersneeuwen. Zie hieronder een paar video's die ik draaide toen ik net twee minuten binnen was bij de hoedjesmakers. Ik had mij voorgesteld en vroeg naar de legende over de koning en zijn dochter. Er breekt gelijk een gezellige 'casino' uit!

VIDEO: Wat is de legende van het ontstaan van de strohoed?


VIDEO: waarom werken jullie op zaterdag ochtend?

Het stro van vroeger wordt niet meer verbouwd en dus wordt het meeste (al gevlochten) stro tegenwoordig ingevoerd uit China.
'Dat is zo goedkoop, daar is niet tegenop te produceren.'
Er wordt dus ook niet meer op ambachtelijke wijze gevlochten als alleen tijdens speciale events.
Ik vroeg waarom hun hoedjes, met Aziatische ingredienten dan toch een 'made-in-Italy' label hebben. Dat bleek een moeilijke vraag waar zij niet echt een antwoord op hadden. Daar waren ze open en eerlijk over. Op zich grappig, want moeder zat op dat moment die 'made in Italy' labeltjes, één voor één, met de hand in de mutsjes te naaien.

Ze wisten mij te vertellen dat de labels 'made in Italy' alleen verkocht worden aan wie staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar daar bleef het bij. Ondanks het feit dat ik die harde werkers reuze simpathiek vond was mijn conclusie dat de strenge Italiaanse regels en controles die gehandhaafd worden bij produkten als DOC-wijn, kaas of vlees, in deze sector, vooralsnog, dus uitblijven.

Zoals gezegd, het dorpje Montappone heeft ruim 80% van de wereldproduktie in handen. De kleine gemeenschap is dan ook omringd door grote bedrijfshallen waar iedere dag duizenden hoedjes van de band (en eigenlijk moet ik zeggen 'van de hand') rollen. Uiteraard komen er machines aan te pas bij hetvervaardigen maar niets is lopende band werk. Iedere hoed of muts (want die maken ze tegenwoordig ook) gaat van hand tot hand. 


Trotser dan op haar positie op de wereldmarkt zijn de inwoners op hun traditie. Het kleine museum 'il museo del cappello' vertelt de geschiedenis van het dorp en de ontwikkeling van het hoeden maken van toen naar nu. In de maand juli wordt ieder jaar het 'Cappello di Paglia' feest georganiseerd. Drie dagen staat alles in het teken van hoedjes van stro.... Oja, er wordt ook veel gedronken, muziek gemaakt en gedanst
(en...de verantwoordelijke van het museum gaat niet naar het strand)


Nog even over de Venetiaanse gondelhoed en het Panama model die, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, niet uit Panama komt, maar uit Equador.
De populaire naam die naar het Midden Amerikaanse land verwijst is ontstaan doordat de Amerikaanse president Roosevelt in 1906 een bezoek bracht aan de graafwerkzaamheden van het Panama kanaal. Uit respekt voor de arbeiders had hij voor het zelfde hoofddeksel als hen gekozen om zich tegen de felle zonnestralen te beschermen. Een foto daarvan verscheen op de voorpagina van de New York Times en de rest is geschiedenis. Tot zover de naam, maar de werkelijke populariteit van deze hoed kwam dankzij de schrijver Ernest Hemmingway die zich nergens zonder dit waardevolle hoofddeksel liet zien. Waardevol, ook vanuit cultureel oogpunt, want in 2012 heeft Unesco dit symbool van hitte en tropen, dat oorspronkelijk uit de bergen in de buurt van Cuenca op 2.250 meter hoogte komt, uitgeroepen tot Cultureel Erfgoed uit Equador.

 

De Veneziaanse gondelhoed die overigens al vanaf het begin van haar bestaan door zowel mannen en vrouwen werd gedragen, komt oorspronkelijk ook van het platteland. Zij werd vervaardigd van allerlei soorten stro en was dus makkelijker te produceren. Bijna gelijktijdig met de publicatie van het Panama model op de voorpagina van de New York Times, werd het Venetiaanse gondelhoedje een mode objekt dat snel haar weg vond naar de internationale fashion industrie. Ondanks het feit dat beide modellen dus uit de arbeidersclasse komen, heeft de Panama hoed een intellectueler immage, wat zeker te maken heeft met haar Hemmingway verleden.


Montappone heeft uiteindelijk de montage van het televisie programma niet gehaald. De betreffende presentator gaf aan dat hij geen Panama hoedje zou passen. Uit respekt voor deze ambachtslieden, die hun hart en ziel in hun werk steken, leek het mij beter een ander onderwerp voor te bereiden.

Als producer moet ik ervoor zorgen dat de opnames van een tv programma zo vloeiend mogelijk verlopen, maar ik beschouw het, na 15 jaar in Italie, ook als mijn taak om 'mijn Italiaanse landgenoten' te beschermen voor dat wat niet in hun voordeel is. Deze hoedjesmakers zouden het niet begrepen hebben, en als een belediging ervaren, wanneer een buitenlandse presentator niet enthousiast een hoedje op zijn kop had gezet. 

In de toekomst zal er zeker nog de gelegenheid zijn om Montappone met een televisie ploeg te bezoeken. In de tussentijd zou ik zeker niet wachten en er zelf een keertje langs rijden.

VIDEO: nog even een selfie met de dames, let op: mama heeft snel iets anders aan gedaan :-)

KLIK ONDERAAN DEZE BLOG OP 'VORIGE BERICHTEN' OF GA NAAR
HET HOOFDMENU, DAAR VINDT JE ANDERE VERHALEN OVER 
ONDER ANDERE: TURIJN, DE PARMEZAANSE KAAS, PAVAROTTI
DE BESTE RISOTTO MET FUNGHI (INCL RECEPT) EN 
MIJN AVONTUREN IN ROME






Reacties

Populaire posts