Eindelijk, ik ben geintegreerd!
15
Augustus 2017, het is vandaag Ferragosto, een religieuze feestdag in
Italie ter ere van de 'Assunzione di Maria'. De onbevlekt ontvangen
moeder van Cristus overleed op deze dag en werd door de engelen naar
het heirnamaals begeleid.
In de volksmond het midzomer-feest,
waarvoor alles wijkt.
Winkels,
bedrijven en scholen, die sowieso al gesloten waren, draaien de sleutel
nog eens om. Dubbel op slot. De straten zijn leeg en wie zich nog niet door de zomer had
laten verleiden om het werk neer te leggen gaat vanaf vandaag echt
over de boeg. Dicht die deur! Er kan nu echt nergens iemand meer in,
laat staan uit. Italie zit dicht, potdicht. Ik vermoed dat je in het
Zuiden zelfs het risico loopt bij de Eerste Hulp tegen het bordje
'gesloten wegens Ferragosto' aanloopt.
Maar,
het eten gaat door. En hoe. Is het niet in je favouriete restaurant (gesloten) dan wordt de hele familie, zelfs op het
strand, door mamma getrakteerd op een uitgebreidde lunch
van
minstens vier gangen.
Ik lig vandaag samen met Nicola bij pa en ma aan het zwembad, inderdaad, niet
vervelend en uiteraard zijn wij vol verwachting over het menu van
vandaag. Ik ben benieuwd of ik mijn onlangs verworven status als
'waardig proever' vandaag ga prolongeren.
Niets
is zo smakelijk als de Italiaanse keuken.
Met de uitspraak 'la dieta
mediterranea' refereren de Zuid Europeanen
aan hun eigen
traditionele gerechten.
Maak
dus niet de fout te denken dat wanneer je het woord 'dieta' in dit
verband hoort, iemand probeert af te vallen. Met 'dieta' verwijst men
hier naar de manier waarop - en vooral wat - je eet, of je nou op dieet bent of niet.
Volgens
de Italiaanse versie van Wikipedia is het begrip 'La Dieta
Mediterranea' gelanceerd in de jaren '50 van de vorige eeuw en
bestaat uit een juist gebalanceerde mix van granen, fruit, groenten,
zaden en olijfolie. In mindere mate bevat zij ook rood vlees en
dierlijke vetten. Daarentegen mogen vis, wit vlees (als kippevlees),
bonen, eieren, melkprodukten, rode wijn en zoetigheden iets vaker op
ons bord liggen. Zij komen traditioneel gezien meer voor in de
Italiaanse, Spaanse, Griekse en Marokkaanse keuken, de landen die 60
jaar geleden model stonden voor 'La Dieta Mediterranea'
Overigens,
wanneer ik 'La Dieta Mediterranea' in typ bij google search prijkt de
pasta fabrikant Barilla, uit Parma, bovenaan de zoeklijst. Goeie marketing!
Zoiets
als een Nederlander die 'erwtensoep' opzoekt en als eerste bij Unox
terecht komt.
(uiteraard
heb ik dit even geprobeerd en Albert Heijn scoort hoog met haar
talrijke 'Allerhande'-videos. Unox is in geen velden of wegen te
bekennen)
Ieder
land haar binnenlandse 'globalisering' zullen we maar zeggen.
En
zoals iedereen in Nederland een beetje bondscoach is wanneer het
nationale elftal speelt, zo zijn de Italianen allemaal een beetje
chefkok wanneer la pasta di mamma door moeder zelf op tafel wordt
gezet. Het feit dat zij vaak 24 uur eerder begonnen is met de
voorbereidingen van de warme lunch op zondag, lijkt niemand te
weerhouden zijn of haar ongezouten mening over het gerecht te spuwen.
Gemiddeld
drie zondagen per maand schuiven Nicola en ik, samen met zijn broer,
schoonzus en twee kinderen aan bij pa en ma... Mamma Anna, staat
meestal nog aan het fornuis in het hoofdgerecht te roeren, terwijl
wij ons al gulzig op de 'primo' loslaten.
'Maar
wat is dit voor pasta Anna?', bralt pa na één hap sjacherijnig in
de richting van de keuken.
Met
deze vraag doelt hij letterlijk op de kwaliteit van de spaghetti
slierten, niet op de saus.
'Manca
l'uova!'
Ik
proef geen verschil, maar ook
Nicola merkt op dat er ei ontbreekt in de huisgemaakte lange pasta
slierten.
Verontschuldigend
en met wat zweetdruppeltjes op haar voorhoofd kijkt Anna vanuit de
keuken om het hoekje de lunchkamer in. Haar brilleglazen staat wat
scheef op haar neus en zijn vet van het uren boven de pannen hangen .
'Sorry,
jongens, ik was ervan overtuigd genoeg eieren in huis te hebben, maar
ik had er nog maar vijf dus ik heb er eentje minder gebruikt dan
normaal, proef je het?'
'Èh',
is pa's ontevreden reactie wat in het Italiaans net zoveel betekent
als: 'Ja, hè hè, tuurlijk!'
Inmiddels
ben ik er aan gewend geraakt dat hooguit vijf gerechten per jaar op
de volledige goedkeuring van de familie kunnen rekenen. Er is altijd
wat. Of te weinig zout, of een verkeerde kleur of teveel zout en een
verkeerde 'taglia', snede van het vlees. Maakt niet uit, het lijkt een familie sport om op zijn minst een detail te vinden dat niet aan de verwachtingen voldoet.
Uit respect zeg ik altijd dat het heerlijk is, maar
ook omdat mijn oer Hollandse keukencultuur het mij niet toelaat een
kundig oordeel te geven.
De
keukenkennis die hier in Italie van jongs af aan letterlijk met de
paplepel wordt ingegeven ontbreekt mij. Je hoort hier dan ook vaak:
'Wij leven om te eten'. In Nederland eten we om te leven. Dat is een
wezenlijk verschil waar ik vroeger niet zo in geloofde, het leek mij een overdreven uitspraak, maar daar ben ik van terug gekomen.
Tegenwoordig, wanneer ik om redenen van werk in Nederlandse
televisiestudios met collega's ga lunchen, ben ik verbaasd. Binnen 20 minuten gieten
zij een opgewarmt tomatensoepje, uit blik, naar achteren en een
fantasieloos broodje gezond wordt zonder 'gusto' naar binnen gepropt!
Hap slik weg en door. Ik kan dat niet meer en word al misselijk bij
het aangezicht.
Eten
is in Italie niet alleen genieten van wat er op je bord ligt, maar
ook het moment waarop je het 'samenzijn viert'. Daar neem je de tijd
voor. Werkelijk.
Meer
dan vaak wordt de lunchtafel zelfs op het werk gebruikt als
verlenging van een meeting.
Jezus
Cristus zei het 2000 jaar geleden al: 'Samen eten delen verbroedert', en
laten we eerlijk zijn, met broers en zussen aan tafel voel je je
minder geremd te zeggen wat je werkelijk denkt. Dat geeft ruimte aan
creatieve ideeeen en oplossingen voor problemen die onoverkoombaar
bleken.
In mijn vakgebied altijd welkom.
Om
een voorbeeld te noemen. In aanloop naar de finale van het Eurovisie
Songfestival dat ik in 2012 voor een Italiaans bedrijf op lokatie in
Baku produceerde, vielen veel van onze meetings samen met de lunch.
'Ja,
lekker ....daar gaat mijn vrije half uurtje', zou je zeggen. Dat
klopt, maar twee uren aan een uitgebreidde lunchtafel, leveren meer
op dan vier uren in een steriele, fantasieloze, Azerbaijaanse
vergaderruimte, dat garandeer ik je.
Goed,
terug naar de Italiaanse familietafel.
Tot
niet zo heel lang geleden stelde ik mij dus low profile op wanneer de
kwaliteit van een gerecht besproken werd. Nicola's familie komt uit
Mantova. Die stad en omgeving staan in Italie bekend om haar risotto.
Anna is uiteraard een ster in het maken van uiteenlopende gerechten
die op deze traditie zijn gebaseerd. (onderaan deze blog gunt zij je
een kijkje in haar keuken middels het recept van een Mantovaanse
risottoschotel, zoals haar oma hem al maakte)
Het
is moeilijk kiezen, maar ik denk dat ik de risotto op basis van
funghi porcini mijn favoriete is. Laat het nou dit overheerlijke
gerecht zijn dat voor mij de aanleiding was te constateren dat ik
eindelijk ècht in Italie ben geintegreerd!
Het
was wederom een zondagmiddag, in een regenachtig weekend, toen ik aan
tafel bij Anna tot mijn eigen verbazing als eerste een opmerking
maakte. Zonder ook maar een seconde na te
denken, flapte ik eruit dat het als gewoonlijk squisite was, maar dat
de paddestoelen een andere nasmaak leken te hebben dan dat ik gewend
was. Niemand leek zicht te storen aan mijn opmerking, ook Anna niet.
Sterker nog, er werd instemmend geknikt!
'Sì,
è vero', zei Anna zonder op of om te kijken. 'Deze waren niet vers,
maar gedroogd en dat verschil proef je.'
Voor
mijn tafelgenoten ging de lunch verder als altijd. Ik zat echter met
de grootste voldoening op mijn antieke stoel te wippen. Mijn smaakpupillen
hadden deelgenomen aan de Italiaanse fijnkunst van het proeven. Trots als een pauw realiseerde ik mij dat ik was geintegreerd!
Nadeel
van deze geslaagde culinaire integratie, gerijpt in ruim 15 jaar, is
dat ik niet meer 'zomaar'
en 'comunque' van een Italiaans gerecht kan
genieten.
In
het buiten land (lees : buiten Italie) eten Nicola en ik nooit in een Italiaans restaurant. De 'materia prima', ofwel de basis
produkten die daar worden gebruikt, hebben de Italiaanse bodem
meestal nooit gezien. Verwend of niet, maar die gerechten kunnen onze
goedkeuring niet dragen. Daarbij worden zij vaak aan de lokale smaak
aangepast.
Ik
zal eerlijk zijn, ook in Italie zijn restaurants te vinden die niet
door de beugel kunnen. Het komt voor dat mijn Nederlandse crew
heerlijk zit te smikkelen van een warme pasta al pesto, terwijl ik
niet anders kan dan er met lange tanden naar kijken. In
toeristensteden als Verona of Firenze waar de tourist-traps talrijk
zijn, gebeurt dat regelmatig.
Lekker of niet, met de crew van 'Gort over de Grens' was het altijd dolle boel aan tafel.
In
Venezie werd dat probleem, overigens buiten mij om, automatisch
opgelost. Voor het AvroTros programma 'Vive La Frans' maakte ik drie
dagen opnamen in deze parel in/aan/op het water. Wij waren nog geen
uur aan het draaien, moest er op verzoek van Frans, die overigens een
groot plezier is om mee te werken, geluncht worden.
Hij en zijn
geduldige broer hangen aan de traditie "Wat de boer niet kent
vret 'ie niet", dus niks geen mooi terrasje aan een geheim
kanaaltje waarvan ik weet dat je daar heerlijke vis uit de laguna kan
eten, maar jawel, in een drukke toeristensteeg naar een heus
Chineesch restaurant! Heerlijk om je zo onder te dompelen in de
lokale eetcultuur, dacht ik cynisch. Met een typisch Venetiaans
'nihauw' werden wij ontvangen.
Zoals je Frans nooit eerder zag, als bijzet tafeltje....
Met
de crew van 'Voor wie juichen we', een programma waarin Victor
Reinier en Mario Been op zoek gingen naar het leukste voetbal-land
van Europa bestelden we op een terrasje net achter de Duomo van
Milaan een aantal Italiaanse broodjes en salades. De aardige
serveerster kon er uiteraard niets aan doen dat de door ons bestelde
lunch weinig van 'Italiaanse' bodem had meegekregen, maar kreeg
desondanks van mij de volle laag. Kwaad was ik. De tomaten waren net
niet rot, het spierwitte casinobrood kreeg je het eerste half uur
niet meer van je gehemelte en de beloofde 'mozarella di buffala' had
meer weg van een taaie oliebol. Althans, dat vond ik. Mijn
Nederlandse cameraman, geluidsman en redactie zaten heerlijk te
smikkelen.
Ik kan dus niet meer overal genieten. Misschien is het een nadeel om voor
de volle honderd procent geintegreerd te zijn? Wel fijn is het fijn dat ik met
jullie het overheerlijke en makkelijke recept kan delen van een èchte
Italiaanse risotto.
Hieronder het recept van de oma van Anna.
Succes en
buon apetito!
RISOTTO met funghi porcini
Snijdt
een halve ui in kleine stukjes.
Bak
deze op een laag vuurtje in een ruim bad van extra vergine olijfolie.
De
olie moet de tijd krijgen om het aroma van de ui op te nemen.
Let
op, de ui mag niet zwart worden!
Wanneer
deze mooi bruin is voeg je 500gram risotto rijst toe.
Roer
dit zo'n 3minuten rustig met een houten lepel.
Voeg
daarna 1glas witte wijn bij.
Over
de keuze van de wijn wordt vaak hysterisch gedaan, maar dat maakt
echt niet zo heel veel uit.
Wat
je toevallig open hebt staan is prima en anders trek je een fles open
die gasten ooit hebben meegenomen.
Na
het toevogen van de wijn bevrijdt je 75gram gedroogde funghi uit hun
vacuum verpakking.
(Ik
ga er voor de gemakkelijkheid even van uit dat je geen verse porcini
voor handen heb)
Overigens
komen veel gedroogde porcini uit de Balkan, kies voor een paar
eurocent meer de Italiaanse!
Lees
dus goed de verpakking.
De
funghi dompel je onder het wijnlevel en dit alles laat je lekker
pruttelen totdat het vocht bijna is verdwenen (verdampt en opgeslurpt
door de funghi)
Met
2 of 3 opscheplepels water dompel je de rijst en de funghi weer onder
tot ongeveer 1cm.
Voeg
naar smaak bouillion blokje(s) toe, of, nog beter maar bewerkelijker,
gebruik een eerder getrokken vleesboullion.
Laat
wederom alles lekker pruttelen (zonder deksel en zonder te roeren)
totdat het vocht verdwenen is.
Herhaal
dit proces totdat de rijst gaar is.
Neem
de pan van het vuur en voeg tussen de 120 en 150gram boter toe.
Daarna
hetzelfde aantal gram in geraspte Parmezaanse kaas.
En
klaar ben je!
Uiteraard
gaat de pan gewoon op tafel en serveert iedereen zijn eigen portie...
Zoals bij ons!
In het juiste seizoen gaan Anna en Franco regelmatig op jacht naar porcini
Hier een mandje vol!
Reacties
Een reactie posten