Van televisieproducer tot soepstengelbakker....
Het kasteeldorpje Barolo
Niet
alles wat mooi, lekker of typisch Italiaans is haalt de eindmontage
van een televisie programma over 'la dolce vita'. Om wille van
tijdgebrek, desinteresse in Hilversum of een moeilijk bereikbare
lokatie, moet ik soms afscheid nemen van onderwerpen waar een
verassend verhaal aan vast zit.
Weet
jij bijvoorbeeld waar de soepstengel vandaan komt? Dat wist ik ook
niet, maar daar kwam ik toevalligerwijs achter tijdens een research
reis in de omgeving van Barolo. Inderdaad, dààr waar die te
lekkere, te dure en te mooie, donker rode wijn wordt gemaakt.
Omgeven
door glooiende heuvels vol wijnranken, reed ik over een vriendelijk
kronkelend b-weggetje richting het kasteel dat haar naam aan die wijn
heeft ontleend, of is het andersom?
Duidelijk
op toerisme voorbereid maar nog niet platgewalst door de massa, ligt Barolo, wat mij betreft tegen de traditie in, niet
op een strategisch liggende, hoge heuveltop,
maar in de snede van een
klein, haast verscholen, dal.
de bakkerij
Op
zoek naar een lunch, in de vorm van een lokaal gerecht, liep ik over
mooi geranschikte kinderkopjes langs een pand waar een open staande
deur ruimte gaf aan luid gekwebbel dat van binnenuit, op straat mijn
oor binnen galmde. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en dus tuurde ik
onbeschaamd naar binnen.
Twee
vrouwen van in de vijftig, een bakkersjongen en de gedrongen, maar
grote baas, himself zag ik druk in de weer met elkaar en met deeg,
heel veel deeg. Twee meter lange deegrollen die door een
machine in reepjes werd gesneden. Diezelfde reepjes van ongeveer
vijftien centimeter per stuk, werden door de praatgraage dames in èèn
handige beweging uitgetrokken tot dubbele lengte.
'Buongiorno!',
enthousiast groetten zij mij.
Ik
grapte of zij niet wat minder lawaai konden maken.
'Zo
werken wij hier al dertig jaar! Dat gaat echt niet veranderen,
omdat
jij nu binnen komt', lachten ze.
Ik
wees op de jongste: 'Hij is misschien nèt dertig, dus daar geloof ik
niks van'.
'Dat
is mijn zoon, dat klopt, maar die is hier opgegroeid dus die weet
niet beter'
Ik
concludeerde hardop dat ik het bewonderingswaardig vond dat zij na zoveel jaren,
dag in dag uit bij elkaar op de lip, nog steeds lol hadden met
zijn vieren.
'Dan
vinden jullie elkaar wel heel aardig, of niet?'
'Ja, nou ja of wij nou willen of niet', ze wees naar de andere vrouw die om
het apparaat
liep om een kartonnen doos met afval opzij te
zetten:
'Zij is mijn zus, hij mijn man en dat is haar zoon. Dus we
moeten wel.'
'Nou
daar ben jij mooi klaar mee', zei ik tegen de zoon, die ironisch ja
knikte.
'Hij?'
schreeuwde de baas: 'Die jongeling werkt hier pas 12 jaar!
Ik, ìk ben
er pas mooi klaar mee.
Ruim dertig jaar die twee opgescheept.
Ik verdien een medaille'
'Si
si si, te, stai zitto, ch'è meglio', zijn vrouw gebood hem
letterlijk ''zijn bek te houden''.
Er werd weer hard gelachen.
'Zonder
deze twee zusjes geen soepstengels!'
De dames gaven mij een knipoog.
30 jaar, dag in dag uit, soepstengels maken
Ik
stapte naar binnen en nam aan dat er ook brood en andere
deeggerechten werden gemaakt.
Dat
bleek een verkeerde veronderstelling. Het was niets dan soepstengels,
soepstengels en soepstengels wat de klok sloeg. Alles en iedereen was
druk. Machines ratelden, grote deegrollers rolden en de jongste liep
druk op en neer naar de naast liggende bakkerswinkel met de ovenverse
soepstengels. Ondanks dat bespeurde ik geen sein van stress,
vermoeidheid of verveling. Sterker nog, de familie was goed gemutst.
Hoe
doen ze dat toch, die Italianen? De passie voor het
traditionele ambacht leeft hier nog op elke straathoek. Mensen lijken hier tevreden met
wat ze doen, en bovenal, tevreden met wat ze hebben.
Gelukkig zijn heeft niet veel nodig.
Ik
ben te ambitieus, te onstuimig of te onzeker om rust te vinden in dat
wat ik doe. Iedere keer weer zoek ik naar een nieuwe uitdaging.
Stikjaloers kan ik worden op mensen die rust en voldoening vinden in hun dagelijkse werk. Dat moet zoveel ademruimte geven.
'Vuoi
provarlo tu?'
'Wat,
zo'n reepje deeg uit elkaar trekken? Si, certo hartstikke leuk!'
Ik
legde mijn tas in een hoek en
liep op één van de zussen af.
Binnen
luttele sconden had ik een bakkersmutsje op mijn hoofd
en
een sliert deeg in mijn handen die alsmaar langer werd.
'Che
faccio?', ik riep om hulp.
'Leg
'em neer, leg 'em neer!'
Ik leerde echter snel, zie hier het resultaat
Dit
avontuur leek snel op een leuk item voor het programma, maar
inhoudelijk had het nog weinig om handen. De gastvrijheid en
spontaniteit zouden van het scherm spatten. Ik zag het helemaal voor
mij, maar zonder verhaal geen opnames. Terwijl ik langzaam de
techniek van het soepstengeltrekken onder de knie kreeg, werd de
oplossing mij in de schoot geworpen.
'Weet
je wel waar deze traditie vandaan komt?' vroeg de andere zus. Ik
knikte van niet en was nieuwsgierig naar haar relaas.
In
een eerdere blog vertelde ik al over de Koninklijke familia Savoia.
In 1679 was een van de Savoia-telgen, Vittorio Amedeo II, een
ziekelijk kind van zeven jaar,
wiens darmkanaal moeite had met het
verteren van broodkruimels. Om de prins van de helse krampen te
sparen gaf de hof arts aan Antonio Bruenero, de hof bakker, de
opdracht een brood uit te vinden zonder zachte broodkruimels.
Vittorio Amedeo II (dat is geen soepstengel in zijn hand)
Niet
veel later kwam Antonio met de soepstengel, oftewel de 'grissino'.
Makkelijk verteerbaar èn lang houdbaar. De vader van de
zieke prins, Koning Carlo Felice di Savoia was de bakker uiterst
dankbaar. Zijn zoon zou dankzij de uitvinding overleven.
Zelf raakte
de koning zo verknocht aan de stengels dat hij, tot ongenoegen van de
andere gasten,
in de Koninklijke loge van het theater aan één stuk
door aan de grissini zat te knabbelen.
Ook
Napoleon schijnt een voorliefde te hebben gehad voor de Italiaanse
soepstengels die in Frankrijk heel sjiek ''les petits batons de
Turin'' werden genoemd.
Napoleon riep zelfs een speciale courier in
het leven wiens taak het was
wekelijks verse grissini vanuit Italie
naar het Franse hof te transporteren.
il grissino ''il Rubatà''
Tegenwoordig
liggen de schappen bij de bakker vol verschillende soorten, maten en
smaken grissini, maar de traditionele heet ''Il Rubatà'' dat in het
Piemondse dialect ''de gedraaide'' betekent. Haar lengte varieert
tussen de 40 en 80 centimeter en is uiterts makkelijk herkenbaar aan
haar schroefdraad die ontstaat dankzij de draaiende beweging die
wordt gemaakt tijdens de bereiding.
il grissino ''il stirato'', lekker in de Parma ham gerold
De
aardige bakkerszussen leerden mij echter het ambacht van de
''Stirato''. De populaire moderne versie die ontstaat wanneer je de
uiteinden van het deeg tussen duim en wijsvinger neemt en deze
langzaam uit elkaar trekt tot op de door jou gewenste lengte. Deze
manier van bereiden is sinds 1800 overigens ook industrieel mogelijk
en zo worden de meeste Stirato's tegenwoordig dus in grote getalen
geproduceerd.
Gedraaid
of lang getrokken, in Italie blijven de soepstengels, meer dan in de
rest van de wereld, deel uitmaken van het dagelijkse voedsel pallet.
Waar wij Noordelingen ons beperken tot het dopen in de warme
wintersoep storten Italianen zich om de haverklap op de grissini.
Op
verveel momentjes, als tussendoortjes, tijdens een aperitivo aan een
wijntje, wachtend op de bestelde pizza, gewikkeld in een sneetje
Parma-ham, tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht en zelfs
gedoopt in een caffellatte of Nutella!
in Italie kan alles met de grissino èn alles met de Nutella!
Populair
of niet, de grissini hebben het moeten afleggen tegen de Barolo wijn
die de uitzending wel heeft gehaald. Ik moet dus ook even, summier, een aantal
wetenswaardigheden noemen van deze overheerlijke wijn, die door de
meeste wijnkenners naast de Amarone en de Brunello
in het rijtje van
de drie beste Italiaanse wijnen thuishoort.
De
Barolo wordt gemaakt van de nobele Nebbiolo druif.
Niet
alle wijnranken in de omgeving van het dorp leveren overigens druiven
voor deze zware, robuste, rode wijn. Volgens de traditie komen er
maar een aantal heuvels en heuvelflanken in aanmerking. Deze zijn
allemaal tot op de centimeter gedocumenteerd en hebben
een eigen naam
die je op het etiket van de fles kan terugvinden.
In
totaal beslaan zij een oppervlakte van 1800 hectare. Ongeveer 18
vierkante kilometer. Iets kleiner dan de gemeente Amsterdam. Op dat
relatief kleine stuk land zijn maar liefst 150 wijnboeren in de weer
om de beste Barolo te produceren. De concurrentie is groot, de
controles zijn streng dus je kan je voorstellen dat de kwaliteit
optimaal is.
Via
via was ik op het spoor gekomen van een klein, jong wijnhuis ''Ciabot
Berton'', waar ik een afspraak had gemaakt. De aardige eigenaresse
Paola vertelde mij dat de Nebbiolo rank een byzondere cyclus heeft.
Zij is namelijk de eerste die in het voorjaar bloeit
en uiteindelijk
de laatste waarvan de druiven worden geplukt.
Geduld
is een schone zaak, zeggen wij in Nederland en dat onderschrijft
Paola.
loop een klein stukje mee langs de wijnranken en geniet van het adembenemende uitzicht aan het einde
'Ik
kan niet wachten om die prachtige druiven door mijn vingers te laten
rollen'.
Vol,
maar nog lang niet rijp hangen zij in trossen zo mooi als
perenboezems (cit Ilja Gort) , bijna op enkelhoogte voor ons wanneer
ik met haar over de groene heuvel met uitzicht over het dorp Barolo
loop. We zijn hier in Piedmonte en het weer kan hier, net als in
Nederland, zelfs in de zomer onstuimig zijn. Om de warmte en het
licht van de zon optimaal te benutten hangen de trossen
dus laag bij de grond.
'Het
is een voorrecht zo'n beroemde wijn te mogen en kùnnen maken, maar
dat brengt veel voorwaarden en regels met zich mee waar wij ons
strikt aan moeten houden'.
Dat
klopt en ik moet zeggen dat, daar waar Italie bekend staat om haar
bureaucratie op politiek en bestuurs niveau, de nationale- en
Europeesche -regels aangaande landbouw en voedsel hier uiterst strikt
worden gehandteerd en nageleefd. Dat heb ik in de afgelopen jaren van
Noord tot Zuid van Oost tot West met mijn eigen ogen kunnen
vaststellen.
Uiteraard
kan dat ook niet anders zou ik bijna zeggen, in een land waar het
grootste deel van haar export bestaat uit levensmiddelen.
de prachtige flessen van Ciabot Berton
Heel
kort technisch over de Barolo. Deze mag niet verkocht worden binnen
36 maanden na de oogst. Dus op dit moment, het is nu eind 2017, vindt
je in de schappen geen Barolo die jonger is dan 2014. Zie je er
wel een uit 2015 of 2016, dan is het geen Barolo! Het kan best een rode
wijn van de Nebbiolo druif zijn, maar die mag de naam Barolo niet
voeren.
Wat
wel kan is dat je er eentje vindt uit 2011, een prachtig jaar
overigens. Het is aan de wijnboer zelf te bepalen hoe lang zij de
fles, na twee weken gisten en minstens 24 maanden rijpen in een
houten vat, nog in haar wijnkelders laat liggen.
Bij ons afscheid duwde Paola mij een paar overheerlijke flessen Barolo in de hand die mij hebben vergezeld op weg naar
een volgend televisie avontuur. Eenmal thuis heb ik ze op speciale gelegenheden geopend en .... oef, wat hou ik van die robuste, rode vloeistof.
Oja, een paar olijven en grissini's erbij en je aperitivo is kompleet.
Buon apetito.
Op
onderstaande link vind je de alleereerste aflevering van 'Gort over
de Grens' (uitgezonden 28 april 2017) met daarin het item over deze wijn, maar ook een bezoekje
aan Turijn en één van de oudste bomen van Europa!
Klik
je echter op het menu bovenaan de blog, dan kun je ook eerdere gepubliceerde verhalen
vinden over mijn werk als producer in Italie. Lees bijvoorbeeld hoe
ik samen met Frans Bauer van het landgoed van Pavarotti moest
'vluchten'!
GORT OVER DE GRENS / BAROLO
http://www.uitzendinggemist.net/aflevering/390616/Gort_Over_De_Grens.html
Reacties
Een reactie posten