Het levensleed van een wonderkind
Leestijd: 4 minuten
Het plein heeft alles wel gezien en meegemaakt. Als een stille getuige vormde zij het decor van geschiedkundige evenementen, culinaire tradities, spannende legende’s, architectonische hoogstandjes en folkloristische feesten. Nu, eeuwen later, doet zij haar boekje open en gunt mij een blik in haar memoires.
Ik schrijf over pleinen die ondanks hun adembenemende schoonheid vaak onbekend, en dus, een openbaring zijn. Tijdens die bezoekjes luisterde ik naar hun herinneringen. Mooie verhalen, die voor veel van ons geheim zijn gebleven en de moeite waard zijn om over te lezen.
Onder de titel ‘Geheime Pleinen’ verzamel ik ze uiteindelijk voor je in een mooi boek.
Hier een voorproefje…..
Piazza Leopardi, Recanati (Le
Marche)
Dit relatief kleine plein voelt
in al haar bescheidenheid toch monumentaal aan. Onlangs gerestaureerd ligt zij
er 300 jaar na haar geboortejaar, weer mooi bij. Het standbeeld van de dichter,
filosoof en schrijver Giacomo Leopardi eist terecht alle aandacht op.
‘La torre del Borgo’ werd in 1160 gebouwd om het samenvoegen van de drie
kastelen ‘Recanatese’ te vieren. Zo werd de 30 meter hoge toren een symbool voor het nieuwe
machtscentrum.
De leeuw, die aan de zijkant tegen de muur omhoog lijkt te klimmen, werd het wapen van de nieuwe stad. Tegenwoordig huist het MUREC
(Museum van Recanati) in de toren.
Het elegante gemeentehuis omarmt de Noordzijde van het
plein dat zich op het hoogste punt van de heuvelrug bevindt. Sala Stemmi,
Sala Consiliare en Aula Magna zijn absoluut een bezoekje waard. Giacomo Leopardi heeft daar het overgrote deel van zijn jonge jaren doorgebracht.
Giacomo Leopardi – het levensleed
van een wonderkind
Ter introductie: Giacomo
Leopardi wordt internationaal beschouwd als een van de belangrijkste
Italiaanse, 19de eeuwse dichters en hij wordt gezien als een sleutelfiguur in de
literaire wereld. Zijn zoektocht naar het waarom van ons bestaan en de manier
waarop wij, de mens, invulling geven aan ons ‘essere’ (wie zijn wij) maakt Leopardi tot een belangrijk filosoof. In de hele wereld wordt hij
gezien als een van de meest uitgesproken, vooruitstrevende en avontuurlijke
denkers van de 19de eeuw.
Tot een paar jaar voor de geboorte
van Giacomo Leopardi (1798) maakt zijn familie deel uit van de adel in het
kleine provincie stadje, Recanati. Begin 1800 gaat het echter bergafwaards met
hun status. Zijn moeder wordt daardoor een kille vrouw die zich afsluit in haar eigen wereldje en toont weinig affektie naar haar eigen kinderen. Al haar beschikbare tijd besteedt zij aan God en de bijbel.
Net als zijn twee broertjes en
zusje wordt Giacomo onderworpen aan kerkelijke leermeesters. Daar wordt, naast het leven volgens de
strenge beginselen van het katholieke geloof, ook de mogelijkheid geboden
te studeren.
Een geluk bij een ongeluk voor
Giacomo die het gemis aan moederliefde compenseert door ijverig in de boeken te duiken.
Hij sluit zich op in de bibliotheek van zijn vader Monaldo. In de talrijke boeken van filosofen, dichters en schrijvers, die wel tijd
voor hem lijken te hebben, vindt hij troost.
Op 10 jarige leeftijd vertaalt
hij antieke Bijbel teksten uit het Grieks, Latijns en Herbreeuws. Tevens
schrijft Giacomo, zowel in het Italiaans als in het Latijn, zijn eerste
‘memoires’. Met uiterts helder geformuleerde redeneringen markeert hij direkt
zijn status als wonderkind.
Zijn vader is uitermate trots en
ziet kans om middels het talent van zijn zoon weer toe te treden tot de nobele kringen van Recanati. Hij Sleept Giacomo van sjieke huiskamers naar openbare zalen waar hij voordraagt
uit eigen werk. Deze roadshow maakt het kind ongelukkig en zwaarmoedig. Helaas is daarmee de toon gezet voor de rest van zijn, toch al, korte
leven.
Wat volgt zijn de door hem zelf
betitelde ‘zeven studiejaren vol gekte en wanhoop’. Van zijn 11de tot zijn 18de
stort de puber zich op buitenlandse talen als Frans en Spaans. Daarnaast begint aan een studie filologie. Hij vertaalt verhalen van Griekse schrijvers als Omero, Esiodo,
Virgilio en Orazio èn, alsof dat niet genoeg is, start hij ook een studie
filosofie. In de zelfde periode verdiept Giacomo zich in de werken van grootmeesters uit de Italiaanse
literatuur.
In 1813, hij is pas 15 jaar oud,
schrijft hij het wereldberoemde ‘Geschiedenis van de Astrologie’ en nog geen
twee jaar later een meesterwerk waarin hij de moderne overtuiging van het
‘antieke geloof’ weerlegt. Waarom gelooft de moderne mens in bovennatuurlijke
en onmogelijke verzinsels?
Voor het behalen van al deze
successen betaalt Giacomo zijn tol. Zijn jeugd spendeert hij met zijn neus in
de boeken in plaats van op de speelplaats met zijn vriendjes. De jongeling vereenzaamd en door het vele zitten krijgt hij voor het eerst te maken met ernstige rugklachten. Plaats nemen op een stoel wordt onmogelijk waardoor Giacomo de meest bizarre
posities inneemt om aan de pijn te ontkomen. Liggend op zijn rug of op zijn
buik studeert hij tot diep in de nacht in de donkere slaapkamer. Dit speelt de ziekte van Pott in de
kaart. Deze aandoening, in het geval van Giacomo waarschijnlijk gevoed door een
vorm van tubercolose, knaagt aan het menselijk bot dat vervolgens vervormt. Bij Giacomo groeien twee enorme bochels. Een op zijn rug en een bij zijn
borstkas. Alles krimpt samen en veroorzaakt ondraaglijke pijnen, maar Giacomo
is gedreven. De wil te studeren wint het van het menselijk instinkt de pijn uit
de weg te gaan.
Op 18jarige leeftijd maakt hij
zowel letterlijk als figuurlijk de overstap van puber naar volwassene. Zijn
drijfveer om alles te onderzoeken en te bekritiseren maakt plaats voor een
zachtere kant van zijn karakter. Het leven moet mooier, besluit hij en geeft
ruimte aan zijn artistieke ambities. Hij stort zich onder andere op het
schrijven van poesie. In 1817 begint hij aan een dagboek ‘Lo Zibaldone’ waarin
hij 15 jaar lang dagelijks zijn gevoelens verwoordt, aantekeningen maakt en
nieuwe projekten initieert.
Deze artiestieke weg lijkt ook zijn hart te openen. Giacomo wordt voor het eerst
verliefd. Het nichtje van zijn vader, die voor een paar weken te gast is
in het familiehuis, beantwoord zijn hofmakingen echter niet. Voor het vrouwelijke
geslacht blijft Giacomo fysiek onaantrekkelijk. Er bestaat zelfs een getuigenis
waarin een vooraanstaande dame van klasse hem als ‘stinkende man’ beschrijft. Gevolg.., Giacomo blijft lang, heel lang, alleen.
Op zijn 21ste ontsnapt hij uit het
ouderlijk huis om het bekrompe Recanati achter zich te laten, maar zijn
vlucht wordt ondermijnd door zijn vader die hem opsluit. Volgens zijn ouders
kan Giacomo zijn talent beter ter beschikking stellen aan de kerk en het
geloof dan aan reizen en invloeden uit de grote 'boze' buitenwereld.
Voor Giacomo, die inmiddels atheist, is dit een onmogelijk
toekomstperspektief. Achter slot en grendel wordt hij manisch depressief en
schrijft gedichten (L’infinito en Alla Luna) en liederen (Ultimo
Canto di Saffo en Ad Angelo Mai). Deze vallen op en worden zelfs in Rome gepubliceerd. Critici
zijn laaiend enthousiast. Volgens hen overschrijden de werken van Giacomo de
status van ‘meesterwerk’.
Maar er is weinig reden tot vreugde
in het jonge leven van de alleskunner. Tot overmaat van ramp manifesteert zich een
ziekte aan zijn ogen. Lezen, en dus ook schrijven, wordt bij het weinige beschikbare
kaarslicht een veldslag. In 1822 krijgt hij bij gratie God toestemming zijn
ouderlijk huis te verlaten.
In Rome wacht hem een gastvrij onthaal bij een
tante, maar de stad, waar hij jaren van droomde, stelt hem teleur. Vooruitgang
en moderne denkwijzen, waar hij op hoopte, vindt hij niet. Sterker nog, hij
beschrijft de Romaanse literatuur en de Romanen als afwezig, onbelangrijk en
ouderwets. Daarbij wordt Giacomo in zijn ontwikkeling tegengewerkt door de
plaatselijke garde die zijn talent angstig en jaloers de kop indrukken.
Na 5 maanden keert hij
teleurgesteld terug naar Recanatie waar hij aan liederen met
filosofische of leerstellige inhoud werkt.
In de jaren die volgen reist Giacomo, op zoek naar geluk en inspiratie, door heel Noord Italie. Als prive leraar
verdient hij de kost, terwijl hij boeken, poesieen en liederen schrijft die
veel stof doen opwaaien. Milaan, Bologna, Florence en Pisa doet hij aan. Hij Hij geniet een commercieel succes en kan daarmee in zijn eigen levensonderhoud voorzien. Eindelijk is hij onafhankelijk van zijn
ouders.
Vrouwen laten hem nog steeds links liggen, maar
blijven voor hem bron van inspiratie. Uiteindelijk sluit hij vriendschap met een jonge,
mooie, intelligente man uit Napoli, Ranieri.
Deze zogenaamde ‘fraterna
amicizia’ (broederlijke vriendschap) wordt tegenwoordig vaak geinterpreteerd
als homoskesueel, maar de offcieele Italiaanse geschiedschrijving wil daar (nog)
niet aan. Sterker nog, wie vandaag de dag (anno 2019) het lef heeft Giacomo als gay te betitelen riskeert een aangifte bij de
politie van ‘false beschuldiging’ door ‘il centro nazionale dei studi
Leopardiani’….
Feit blijft dat Giacomo na een kort, turbulent
literair leven vol leed en weinig vreugde, op 39jarige leeftijd in de armen van zijn, laten we zeggen, beste vriend, Ranieri overlijdt.
Hij laat een schat aan gedichten,
filosofische boeken, romantische
liederen en wetenschappelijke teksten achter.
Zin in meer verhalen over Italie? Je vindt ze door op 'oudere posts' te klikken hieronder.
Op mijn instagram account houd ik je middels foto's en video's dagelijks op de hoogte van mijn belevenissen in dit prachtige land, zie ook mijn IG TV kanaal in het zelfde profiel
Reacties
Een reactie posten