Corona in Italie: voor het eerst in 1000 jaar wordt er met religieuse tradities gebroken



Leestijd: 4 minuten
Foto Giampaolo Pauselli
Ter inleiding:
Italie vormt binnen Europa zo’n beetje de bakermat van katholieke herdenkingen en -feesten. Met name in de zomermaanden gaat er geen weekend voorbij dat er niet een heilige wordt geeerd of herdacht. Iedere stad heeft een patron of beschermheilige wiens geboorte-of sterfdag  jaarlijks met een folkloristisch feest wordt gevierd. 
Dankzij de corona-crisis wordt Italie niet alleen zwaar getroffen in haar economische- en healthcare hart. Ook het cultureel-religieuse hart moet het ontgelden en dat raakt veel Italianen diep in de ziel.
Mijn plan was om de komende maand, op 15 mei, het 'Festa dei Ceri' in Gubbio voor het eerst bij te wonen. Helaas gaat dat niet lukken. In Italie mogen wij vanaf 4 mei wel het huis uit, om wille van werk en school, maar wij mogen geen voet zetten buiten onze eigen regio. 
Ik mis niets, want de eeuwenoude traditie van Gubio, moet voor het eerst in bijna 1000 jaar, wijken voor de 'moderne' epidemie.
Toch wil ik jullie middels mijn serie 'Geheime Pleinen' graag meenemen naar dit stadje, diep in het bosijke Umbria. 

Piazza Signoria - Gubbio 
Zoals altijd begin ik mijn verhaal op een plein. Piazza Signoria presenteert zich als een enorm stadsbalkon dat een adembenemend uitzicht biedt over de daken van haar eigen stad, Gubbio.
De Italianen noemen haar ook wel het ‘hangende’ plein. Aan de ene kant rust zij stabiel op het machtige rotsblok waarover de stad zich door de eeuwen heen een weg naar boven heeft gebouwd. 
Aan de andere, westzijde, steunt het plein vol vertrouwen op vier gigantische, Romaanse bogen. Een meesterwerk dat de tand des tijds, in Umbrie zijn aardbevingen aan de orde van de dag, met gemak heeft doorstaan.
Het imposante Palazzo dei Consoli, nu het gemeentehuis, geldt als één van de mooiste overheidsgebouwen van Italie.


Festa dei Ceri - waarschijnlijk het oudste, traditionele feest van Italie
Het, bij buitenlanders, vrij onbekende, ‘Festa dei Ceri’ van Gubbio, steekt met kop en schouders boven alle folkloristische, Italiaanse stadsfeesten uit. Niet in de laatste plaats, omdat zij al sinds het jaar 1160, zonder enige interruptie (door bijvoorbeeld een wereldoorlog of uiterst slecht weer) ìeder jaar, op 15 mei, heeft plaatsgevonden. De manier waarop de inwoners van Gubbio zich jaar in jaar uit, trouw in dit religieuse festijn storten, is op zijn minst ontroerend te noemen.
Dit jaar, 2020, wordt memorabel. Voor het eerst in een millenium wordt er, tot groot collectief verdriet, met de plaatselijke traditie gebroken. Het feest is afgelast wegens de nasleep van de Corona-crisis.


Foto Giampaolo Pauselli
Wanneer je ‘festa dei ceri’ letterlijk vertaalt, kom je op ‘het feest van de kaarsen’. Aan de wieg van dit event staat inderdaad een avondprocessie, verlicht met brandende kaarsen, maar dat is het al lang niet meer. Door de eeuwen heen kregen de kaarsen de vorm van heiligen en weer later werden deze vervangen door houten beelden. Waarschijnlijk omdat het kaarsvet, smeltend onder de stralende zon, het gelaat van de heiligen binnen mum van tijd verminkte. Later vertel ik meer over het ontstaan van dit typisch, Italiaanse spektakel.

Om je een goed beeld te kunnen vormen van de passie en toewijding waarmee deze traditie in leven wordt gehouden, nodig ik je uit om eerst even naar de indrukwekkende beelden van onderstaande video van 2 minuten te bekijken. Daarnleg ik je uit wat hier gebeurt.

VIDEO by Giampaolo Pauselli, all rights reserved.
Tussen de wirwar van toeschouwers in de overvolle straatjes en pleinen zie je drie groepen mannen die drie totems hoog boven de mensenmassa vervoeren. Bovenop de totems staan de afbeeldingen van stadsheiligen die door verschillende beroepsgroepen worden geadoreerd.

-Sint Ubaldo is naast beschermheer van Gubbio ook de padron van bouwvakkers en metselaars.
-Sint Giorgio wordt van oudsher aanbeden door winkeliers en handelaars, terwijl
-Sint Antonio de boeren en andere landarbeiders behoedt voor tegenspoed. 

Iedere houten constructie is 5 meter hoog en rust met haar 300 kilo zwaar op de schouders van de kaarsdragers die de beroepsgroepen vertegenwoordigen. Overigens mag niet iedere man zomaar deelnemen. 
De kapitein van ieder team wordt middels een loting om 07:30 in de ochtend gekozen. Hij moet geboren èn getogen inwoner van Gubbio zijn, maar dat alleen is niet voldoende. Zijn familie moet minstens drie generaties woonachtig zijn in de stad. 
Daarna kiest hij een ‘hulp-kapitein’. Samen kiezen zij nog eens negen hulpdragers. Meestal zijn dit bekenden uit vriendenkring of sportverenigingen etcetera, maar altijd inwoners van Gubbio.


Het programma begint dus vroeg in de ochtend, maar er zijn twee hoogtepunten gedurende de rest van de dag.
Klokslag 11.30 is het tijd voor ‘La Alzata’. Dat is het moment waarop de beelden uit het gemeentehuis worden gedragen en midden op het Signoria plein in verticale positie worden geplaatst. 
Het is overigens een eer om tegengewicht te mogen geven aan de totem, zoals je ziet op de foto hierboven. Dat is de rol van de 'hulp' kapitein.

Later in de middag om 18:00 uur is de aftrap van de ijzingwekkende race door de stad.
Een ware ‘Gubbiaan’ mag deze momenten niet missen. Duizenden toeschouwers verzamelen zich in de buurt van de drie totumgroepen. Deze zijn in traditionele kleding middels de kleuren geel, blauw en zwart van elkaar te onderscheiden.


Foto Giampaolo Pauselli
Wat volgt is een massasprint door de stad. Een vloedgolf van kleuren en personen neemt bezit van de smalle, Middeleeuwse straatjes. Doel is de top van de Ingino berg, waar de geliefde beschermheilige, ooit bisschop van Gubbio, Sint Ubaldo, ligt begraven. De drie afbeeldingen moeten daar zo snel mogelijk naar toe worden gedragen. Op strategische punten, daar waar het zwaar en/of zelfs gevaarlijk wordt, wisselen ervaren renners de minder ervaren dragers af. Zo wordt de veiligheid van de deelnemers en de heiligen zo goed als mogelijk gewaarborgd.

In principe zijn er geen winaars en geen verliezers. Er mag dan ook niet worden ingehaald of afgesneden en wanneer een ploeg onverhoopt letterlijk vast komt te zitten, wat  geen uitzndering is, moet alles en iedereen geduldig wachten. Het gaat er dus niet om als eerste boven op de berg aan te komen, maar om de eer mee te doen. De uitdaging is om je kracht en je geest te wijden aan de heilige die de rest van het jaar voor jou zorgt. Uiteraard is het zaak geen blunders te maken en groepswerk is dan ook uitzonderlijk belangrijk om ieder beeld snel, veilig en met name zonder kleerscheuren, in de Sint Ubaldi basiliek te krijgen..
Het 4,3 kilometer lange parcour is verdeeld in 4 etappes. Tussen iedere etappe is een verplicht rustmoment dat kwa duur varieert van 15 tot 30 minuten.

Het eerste traject loopt zò schuin naar beneden dat alleen de uiterst ervaren en fitte kaarsendragers daar zonder botbreuken doorheen komen. Gekneusde of verstuikte enkels zijn echter geen uitzondering.
Daarna gaat het tweede deel over een vrij vlak stuk waar snelheid wordt gemaakt. Deze eindigt met een stop op het beroemde piazza Signoria en markeert een belangrijk moment. In een korte ceremonie overhandigt de aanvoerder van de eerste groep dragers de sleutel van de stad aan de burgemeester. De klokken gaan luiden en het ‘spel’ gaat voort.


Foto Giampaolo Pauselli
Tijdens de derde etappe gaan de straatjes voor het eerst langzaam omhoog en worden steeds smaller. Op een gegeven moment wordt het zo krap tussen de huizen, dat er geen ruimte meer is voor de schouderelementen. Wie de muren van de huizen raakt, onteert het Heilige beeld. Dat zou een ramp zijn en tegenspoed veroorzaken voor de rest van het jaar, dus worden de totums van het draagplateau geschroefd, Daarna worden de afbeeldingen, nog immer hoog op stok, letterlijk ‘op handen gedragen’. Net voor de stadspoort, Sant’Ubaldo, is de derde en laatste pauze ingelast. Niet onbelangrijk, want hier worden de totums, die gemiddeld zo’n tien meter hoog zijn, voorzichtig in horizontale positie geplaatst.

Zo begint de vierde tappe, onder de lage poort door. Net buiten de stad zijn er geen verharde wegen meer. Landweggetjes bepalen de route en de totums gaan weer op de schouders. Deze laatste kilometer is tevens de zwaarste. Het trajekt gaat daar superstijl de berg op. Onder een hoek van 15% is het zowaar ‘kaarsrecht’ naar boven, zou je kunnen zeggen.


Foto Giampaolo Pauselli
Eenmaal bij de basiliek van Sint Albaldo geschiedt het wellicht meest spektaculaire deel van de race. De beelden zakken en worden bevrijdt van hun verankering aan de houten palen, maar dat gebeurt tijdens het rennen. De dragers mogen niet stoppen. De spanning is stijgt. Zij schreeuwen in het dialect commando’s naar elkaar. Het publiek houdt haar adem in. Pas wanneer de beelden ongehavend de basiliek binnen zijn, sluiten de deuren en is het officieele gedeelte van de race voorbij.
Maar het volksfeest gaat tot in de late uurtjes door. Men viert dat het een voorspoedig jaar zal worden.

Over het ontstaan van ‘la festa dei Ceri’ bestaan twee lezingen. De eerste is vrij duidelijk en, vanuit katholiek oogpunt, door de eeuwen heen ‘geloofwaardig’ gepromoot en gedocumenteerd.
‘Een jaar na het overlijden van de geliefde bisschop Ubaldo, werd ter nagedachtenis van hem de eerste kaarsen- processie georganiseerd’.


Cerere
In een andere uitleg, die nog veel verder terug zou gaan dan het jaar 1160, speelt Cerere, de Romaanse God van de oogst en vruchtbaarheid een rol. In ruil voor voorspoed deed de bevolking haar jaarlijks offers. Duidelijk geen verhaal met katholieke achtergrond en nooit door het instituut ‘kerk’ omarmd. Hoe heeft deze lezing het dan toch tot onze moderne tijd weten te maken?
Dati s vrij simpel. Bij tijd en wijlen werd Gubbio bestuurd door invloedrijke families, prinsen, graven of van het onafhankelijke stadsbesturen. Zij namen het op tegen de Vaticaanse overheersing en alles wat daar mee samen hing.

De waarheid zal ergens in het midden liggen, maar het maakt het volk van Gubbio weinig uit.
‘La festa dei Ceri’ zit hen in het DNA en of het nou linksom of rechtsom is, het moet gevierd.
Dit jaar dus een enorme tegenslag. Voor het eerst in duizend jaar, kan de traditie geen doorgang vinden. Overigens geldt dat ook voor de bekendere folkloristische vieringen als de Palio van Sienna en La Festa della Bruna, in Matera. Het traditioneel-religieuse, Italiaanse hart rest niets anders dan hopen en geloven dat God, de Heiligen en afgoden, hen het volgend jaar beter zijn gezind…

Reacties

Populaire posts